Nieuws
Gepost op 9 December 20201,657
Faillissement verzekeraar, wat nu?
Een kapitaal bij een verzekeraar valt altijd onder het faillissement De meeste mensen weten dat er een speciale regeling geldt wanneer een bank failliet gaat. Dan ben je onder het zogenaamde depositogarantiestelsel verzekerd tot € 100.000 per persoon per bankinstelling. Dus als je samen een en/of rekening hebt, ben je tot € 200.000 verzekerd. Het kapitaal dat je bij een verzekeraar bij elkaar hebt gespaard in een verzekering, valt altijd onder het faillissement van de verzekeraar. Ook als je bijvoorbeeld via een lijfrenteverzekering belegt in beleggingsfondsen zonder enige garantie. Je draagt dan zelf de risico’s van koersdalingen, maar juridisch gezien is het geld van de verzekeraar. Bij een beleggingsrekening ben je zelf eigenaar van de beleggingen. De bank is dan alleen tussenpersoon. Bij een faillissement van de bank blijven de beleggingen van jou en vallen deze dus niet onder het faillissement. Opvangregeling bij een dreigend faillissement Bij een eventueel faillissement van een levensverzekeraar geldt de opvangregeling. Deze gaat tot 134 miljoen. De opvangregeling is een preventief middel. De Nederlandsche Bank (DNB) zet de regeling in op het moment dat de verzekeraar nog aan zijn verplichtingen kan voldoen, maar de kans bestaat dat hij dat in de toekomst niet meer kan. Die 134 miljoen lijkt een flink bedrag, maar is te weinig als een grote levensverzekeraar omvalt. Gelukkig is de kans op een faillissement van een verzekeraar kleiner geworden in vergelijking met een paar jaar geleden. De solvabiliteit van de grote en de meeste kleine levensverzekeraars is redelijk op orde. De solvabiliteit geeft aan in welke mate een organisatie aan haar verplichtingen kan voldoen. Wil je weten hoe jouw levensverzekeraar er voor staat? Dan kun je dat nakijken via de site van DNB. De solvabiliteit van verzekeraars zal echter omlaag gaan, als zij bijvoorbeeld miljarden moeten uitkeren als gevolg van gerechtelijke uitspraken over zogenoemde woekerpolissen. Tot 2008 werden bij veel beleggingsverzekeringen hoge eindkapitalen voorgespiegeld, die op het eerste gezicht haalbaar leken. Onder andere door de hoge kosten die de verzekeraar afhaalden van de inleg en/of het jaarlijkse beleggingsrendement, worden de beloofde eindkapitalen niet bereikt. Deze verzekeringsproducten kennen we nu als woekerpolissen. Een levensverzekeraar die in de problemen kwam is Conservatrix. Dit jaar verkocht aan de Nederlandse onderneming Trier Holding, onderdeel van de Amerikaanse investeerder Eli Global. De rechtbank Amsterdam heeft toestemming gegeven voor de aandelenoverdracht waarop toezichthouder De Nederlandsche Bank had aangedrongen. De solvabiliteit van de verzekeraar was al geruime tijd zorgwekkend, reden waarom Conservatrix al sinds 2015 geen nieuwe verzekeringen meer verkocht. Conservatrix had volgens DNB onvoldoende middelen om te kunnen voldoen aan de toekomstige verplichtingen richting polishouders. In zo’n geval kan DNB de aandeelhouders dwingen afstand te doen van de aandelen en die over te dragen aan een partij die wel voldoende in kas heeft. Het bedrijf zal op een nieuwe locatie en onder een nieuwe naam worden voortgezet. Polishouder is preferente schuldeiser Levensverzekeraars gaan niet zomaar failliet, maar als het gebeurt kost het je altijd geld. Het is niet zo dat het hele kapitaal verdwijnt, maar je kunt wel tientallen procenten kwijtraken. Als polishouder ben je een preferente schuldeiser, waardoor je voorrang krijgt op andere schuldeisers. In 1995 ging levensverzekeraar Vie d’Or failliet. De polishouders raakten uiteindelijk 20% van hun verzekerd kapitaal kwijt. Er wordt nieuwe wetgeving ontwikkeld voor het voorkomen en eventueel afwikkelen van faillissementen van verzekeraars. Deze wetgeving komt in de plaats van de huidige opvangregeling. Omdat de nieuwe wet niet veel garanties biedt voor de polishouders, is de Consumentenbond tegen het wetsvoorstel. Met de wet worden namelijk de rechten van de polishouders omgezet in aandelen. De Consumentenbond vindt dat onwenselijk. Zij geven aan dat een verzekering afsluiten iets wezenlijks anders is dan ergens aandeelhouder worden. Het is echter nog maar de vraag of de politiek rekening zal willen houden met de bezwaren van de consumentenbond. Samenvatting: Het proces na een faillissement van een levensverzekeraar loopt voor een levensverzekering anders dan bij een bankrekening of beleggingsrekening. Dit kan leiden tot financieel nadeel voor de verzekeringsnemer. Het toezicht op levensverzekeraars is streng en er zal niet snel een verzekeraar omvallen.